Nogmaals : EMDR

Allemaal maken we in ons leven wel eens iets schokkends mee. Dat kan van alles zijn: een verkeersongeval, een vriend die je in de steek liet, een ziekenhuisopname, een examen, een situatie waar je de controle kwijt was of je helemaal machteloos of waardeloos voelde.

We hebben ook allemaal onze eigen manieren om met de ingrijpende ervaring om te gaan: erover praten, bidden, je terugtrekken of juist actief worden. Evenals het lichaam beschikt de psyche over een opmerkelijk zelfhelend vermogen, er door de Schepper ingelegd.

Maar soms wordt het spontane herstelproces ergens door belemmerd. Denk bij lichamelijke verwondingen maar eens aan een splinter die in een wond achterblijft. Hetzelfde geldt voor psychisch letsel. Spontaan herstel treedt niet altijd op, bijvoorbeeld omdat de ervaring eenvoudigweg te groot of te schokkend is. Of omdat ze helemaal niet past in je levenskader, en je geen aangrijpingspunten vindt voor verwerking. Mensen kunnen daar dan blijvende klachten aan overhouden. Herinneringen aan het gebeuren blijven zich opdringen. Je kunt last hebben van angstwekkende beelden, of nare dromen, voortdurende angst of nervositeit, of van schrikreacties. Vaak neig je ernaar soortgelijke situaties als die waarin de nare gebeurtenis zich voordeed te vermijden, of word je prikkelbaar of snel emotioneel. Een akelige gebeurtenis heeft dan emoties veroorzaakt die niet zomaar weggaan door er thuis of met vrienden over te praten of erover te bidden. En ook niet door er gewoon tijd overheen te laten gaan.

In een vorig nummer van dit blad schreef ik al eens kort over EMDR. Ik kom daar hier nog eens op terug. EMDR is een psychologische methode die in de jaren ’90 ontwikkeld werd door een Amerikaanse psychologe voor de behandeling van ingrijpende ervaringen en psychologische trauma’s. Een vrij nieuwe methode dus, die echter een zeer snelle ontwikkeling heeft doorgemaakt.

EMDR werkt in principe op dezelfde wijze bij gelovige als bij niet-gelovige mensen. Ik vind het altijd mooi als een cliënt het eigen geloof kan integreren in het herstelproces. Het volgende voorbeeld, van ongeveer een half jaar geleden, geeft een indruk van hoe EMDR in de praktijk in zijn werk gaat.

Janna is een jonge vrouw, gehuwd met Twan en moeder van twee jonge kinderen.  Janna en haar man zijn gelovig. Negen maanden geleden werd Twan met spoed in het ziekenhuis opgenomen na een hartinfarct. Er was sprake van een zeer ernstige situatie. Hoewel Twan het inmiddels naar omstandigheden goed maakt leeft Janna sedertdien met voortdurende angst. Ze durft Twan niet meer alleen thuis te laten, wil niet meer in de buurt van het ziekenhuis komen en heeft last van stressreacties.

Als Janna bij mij is voor een EMDR-behandeling vraag ik haar om haar herinneringen nog eens als een denkbeeldige film af te draaien en het beeld te kiezen dat haar nu nog de meeste spanning bezorgt. Dat is voor haar het ‘plaatje’ waarbij ze Twan op zijn brancard achter een gesloten deur ziet verdwijnen en zelf alleen achterblijft in de gang van het ziekenhuis. Ik vraag door naar het besef over zichzelf dat bovenkomt bij het kijken naar het plaatje. “Ik ben machteloos” zegt Janna. Het beeld roept heel veel angst en verlamdheid op.

Dan begint de verwerkingsfase. Aan Janna wordt gevraagd naar het plaatje te kijken en tegelijkertijd via een koptelefoon naar tikjes te luisteren. Regelmatig onderbreek ik het geluid om aan Janna te vragen wat er in haar opkomt. Dat blijken allerlei gedachten, beelden en gevoelens te zijn die al dan niet rechtstreeks met het beeld van Twan in het ziekenhuis te maken hebben. Na enige tijd geeft Janna desgevraagd aan dat de spanning bij het kijken naar het plaatje verminderd en tenslotte verdwenen is.

Daarna wordt ze uitgenodigd om bij het kijken naar het plaatje iets positiefs over zichzelf te zeggen in de plaats van “ik ben machteloos”. Janna, die gelovig is, boort een vertrouwde hulpbron in zichzelf  aan en zegt: “ik kan het aan, ik kan vertrouwen op God”. Maar deze uitspraak blijkt haar bij het plaatje van de angstige situatie met Twan aanvankelijk nog helemaal niet te overtuigen. Nu starten opnieuw de tikjes. Terwijl Janna weer naar het beeld van Twan op de brancard kijkt luistert ze opnieuw naar de tikjes. Geleidelijk herstelt zich het  geloof dat ze de situatie aankan doordat ze op God kan vertrouwen.

Aan het eind van de sessie is Janna doodop. Later vertelt ze dat ze die nacht nog veel gedroomd heeft maar dat ze binnen een paar dagen merkte dat ze rustig de deur uitgegaan was zonder overmatige bezorgdheid over Twan. De klachten zijn niet meer teruggekomen.

Plaats een reactie